Tom Boonen Over Osteopathie. 

Toen osteopathie nog niet mainstream was, we spreken van 2004-2005, was ik al met een osteopaat aan de slag. In 2007 stond hij zelfs tijdens de Tour aan mijn zijde om preventief kwaaltjes aan te pakken. Dat was de eerste keer dat de groene tui heb gepakt. De osteopaat zal daar zeker voor iets tussen gezeten hebben!

In sport gaat het over de kleine procenten extra. Die moet je volledig zien te benutten. En dat gaat van voeding tot fysieke vorm. Daar maakt een osteopaat voor mij ook deel van uit. Zeker bij grote rondes kunnen ze elke dag na een rit kort op de bal spelen bij last. Want die klachten zijn er. Zere voeten en enkels, kniepijnen, last in de nek en schouders. En bij iedere renner: de rug. Door de wielerhouding is die zwaar belast, krijg je een onbalans en dan wordt dat erger. Een osteopaat is daar onontbeerlijk om problemen onmiddellijk in de kiem te smoren, in elk team.

Ik had persoonlijk veel baat bij osteopathie. Want ik ben fysiek best groot gebouwd en als je dan snelheid en momentum opbouwt, is de impact groot bij een val of een botsing. Bij de revalidaties was hij voor mij dan ook enorm belangrijk. Als je je recuperatietijd bijna kan halveren, dan scheelt dat. Zeker in een koerscarrière, waar je maar een beperkt aantal jaren hebt. En niet alleen na een val, ook na trainingssessies zijn osteopaten er voor rekoefeningen, manipulaties, het losmaken van de spieren en om voor betere doorbloeding te zorgen.

Vandaag zit ik niet meer op de fiets maar achter een autostuur, als racepiloot. En ook daar heb ik mijn osteopaat. Want zeker bij de 24-uurskoersen, ik kan je verzekeren, daar kom je ‘vierkant in frut vaneen’ uit!

Tom Boonen

www.osteopaat.vlaanderen